Verloop van de behandeling

Voor uw eerste consultatie op de afdeling radiotherapie parkeert u best op parking 3 (P3). Via de ingang van de polikliniek gaat u naar de balie van het Oncologisch Centrum (route 755). Hier dient u zich aan te melden en nadien plaats te nemen in de wachtzaal waar de arts u komt halen. 

1. De eerste consultatie 

Tijdens uw eerste consultatie op de dienst radiotherapie maakt u kennis met de radiotherapeut. Hier wordt besproken welke behandeling voor u het meest geschikt is en waarom. U krijgt meer uitleg over de nodige voorbereidingen van uw behandeling en het verdere verloop ervan op radiotherapie. Er wordt u verteld hoe vaak u bestraald moet worden en wat de eventuele bijwerkingen kunnen zijn. 

Verder worden er nog een aantal praktische zaken toegelicht. Als u medicatie gebruikt, kan u dit best melden aan de arts. De meeste medicatie kan zonder gevaar verder genomen worden tijdens de bestraling.

2. Voorbereiding op de bestraling 

Voor we kunnen starten met de bestraling moet u eerst nog een aantal voorbereidende stappen doorlopen. De voorbereidingen kunnen verschillende zaken inhouden en zijn niet voor iedereen dezelfde. 

Voorbereiding

De eerste afspraak op de afsprakenbrief is ‘simulator’. Tijdens deze afspraak wordt uw bestralingsbehandeling voorbereid. Eerst krijgt u uitleg van de arts over het verloop van de voorbereiding. Nadien worden, afhankelijk van de te bestralen regio, bijkomende handelingen uitgevoerd (bv: maken van een masker bij bestralingen in het hoofd-hals gebied , kleven van merkers op het lichaam, …).

Meestal wordt op dezelfde dag een voorbereidend onderzoek gepland (CT-scan, PET-CT, MRI). Een verpleegkundige begeleidt u naar de afdeling waar het onderzoek plaatsvindt. 

Wanneer het voorbereidend onderzoek de dag nadien gepland is, meldt u zich eerst aan aan de balie van de dienst Radiotherapie. Een verpleegkundige begeleidt u naar de afdeling waar het onderzoek plaatsvindt. 

CT-scan (Computer-Tomografie) 

Dit onderzoek gebeurt op de dienst radiologie en heeft als doel een scan te nemen van de te bestralen regio om de dosisverdeling te bepalen. 

Voor dit onderzoek gebruikt men röntgenstralen. Uw houding, die u tijdens elke bestraling moet aannemen, wordt hier bepaald. Hierbij wordt er op gelet dat u zo comfortabel mogelijk ligt. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen en rustig ademt tijdens het onderzoek en de bestralingen. 

Er worden markeringen met inkt op de huid of het masker aangebracht die nodig zijn om de correcte houding aan te nemen tijdens de bestraling. Uit voorzorg doet u best donkere onderkledij aan. 

PET-CT (Positron Emissie Tomogra e + Computer Tomograaf)

In sommige gevallen is er een PET-CT nodig. PET- CT is een onderzoek dat plaats heeft op de dienst nucleaire geneeskunde. Het is belangrijk dat u 6 uur voor het onderzoek nuchter bent. Medicatie (via de mond) voor suikerziekte mag niet worden ingenomen. Indien u andere medicatie neemt, mag u deze gerust nemen met een beetje water. 

Indien u diabetes heeft en insuline inspuitingen krijgt, dient u de dag vóór het onderzoek opgenomen te worden. 

Dit onderzoek is een combinatie van twee onderzoeken. Enerzijds is er de PET-scan. Er wordt een licht radioactief suiker ingespoten. Zieke cellen zijn heel actief en hebben extra suiker nodig. Via de scan kan men zien waar in het lichaam een verhoogde opname is van suiker. Op deze manier worden ontstekingen en kwaadaardige weefsels zichtbaar. Anderzijds gebeurt er een CT-scan, waardoor we een gedetailleerd beeld krijgen van uw organen en weefsels. Na dit onderzoek bent u 24 uur lang radioactief. U mag dan niet in contact komen met zwangere vrouwen en kinderen. 

MRI (Magnetic Resonance Imaging)

Soms is een MRI-scan (beeldvorming met magnetische resonantie) noodzakelijk om het bestralingsgebied exact te kunnen bepalen. Voor dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van een magneetveld en radiogolven (dus niet van röntgenstralen en geeft geen extra stralingsbelasting). Door dwars- of lengtedoorsneden van het lichaam te maken kan een eventuele tumor en/of uitzaaiingen in beeld gebracht worden.

3. De planning 

De resultaten van de CT-scan of PET-CT worden doorgestuurd naar onze planningscomputers. De bestralingsdosis en de bestralingsvelden kunnen nu aan de hand van deze beelden nauwkeurig bepaald worden. De tumor krijgt een zo hoog mogelijke dosis terwijl de gezonde weefsels zoveel mogelijk worden gespaard.

4. De bestraling 

Voor uw dagelijkse bestraling kan u parkeren op de voorbehouden plaatsen tegenover de ingang van de dienst Radiotherapie (meer info zie achteraan deze brochure). De eerste dag van uw behandeling duurt gemiddeld wat langer dan de volgende bestralingen. 

De verpleegkundige of medische beeldvormer komt u halen in de wachtzaal. Om uw veiligheid te garanderen zal dagelijks, vóór de aanvang van de behandeling, uw naam en eventueel geboortedatum gevraagd worden door de arts/ verpleegkundige. U gaat nooit op eigen initiatief naar het toestel. Na het omkleden wordt u begeleid naar de bestralingsruimte. Hier wordt u precies op dezelfde manier geïnstalleerd als tijdens de voorbereidende scan. Het bestralingsgebied wordt heel nauwkeurig ingesteld aan de hand van de (huid)markeringen, uitwendige merkers en de lasers. Voor u is het heel belangrijk dat u zo stil mogelijk blijft liggen tot we zeggen dat de behandeling gedaan is. Blijf gewoon rustig ademen.

We starten met het nemen van een scan. Het toestel gaat rond u draaien maar kan u niet raken. De beelden van deze scan worden vergeleken met de beelden van de voorbereidende scan waarop de dosisverdeling werd berekend. De bestralingstafel gaat nu automatisch naar de juiste bestralingspositie. 

De markeringen mogen niet worden verwijderd. Wees voorzichtig bij het wassen. Teken nooit zelf de lijntjes bij, dit wordt regelmatig gedaan door de verpleegkundigen op het toestel. Het toestel wordt van buiten uit gestart en het stopt automatisch als de juiste dosis is gegeven. Te lang stralen is dus onmogelijk. De bestraling is pijnloos en onzichtbaar. Het toestel kan rond u draaien en maakt een zoemend geluid tijdens de bestraling.

Een bestralingssessie duurt elke dag tussen de 10 en 20 minuten, voor bepaalde ingewikkelde behandelingen kan dat langer zijn. 

Vóór de bestraling en de scan verlaten de verpleegkundigen de bestralingsruimte. U wordt van buitenaf gevolgd door een camerasysteem.

5. Neveneffecten 

Een algemeen neveneffect van de bestraling kan vermoeidheid zijn. De mate van vermoeidheid is afhankelijk van persoon tot persoon. Het is belangrijk dat u het rustig aan doet en rustpauzes inlast wanneer u voelt dat het nodig is. 

Naargelang de regio waar u bestraald wordt, kunnen zich lokaal bijwerkingen voordoen. De radiotherapeut zal deze op voorhand met u bespreken. 

De bestraling heeft geen effect op de lichaamsdelen die niet worden bestraald. De bijwerkingen zijn doorgaans van tijdelijke aard. 

Indien u klachten heeft, meldt u dit best aan de verpleegkundige of radiotherapeut zodat ze u verder kunnen helpen. 

Het totale effect van de bestraling is pas na enkele weken zichtbaar. Het is dus mogelijk dat u enige tijd na het einde van uw behandeling nog nevenwerkingen ondervindt.

6. De laatste dag

Op de laatste dag van uw behandeling heeft u een afspraak met de radiotherapeut. Hier wordt de verdere opvolging met u besproken. Tevens krijgt u een attest overhandigd voor een tussenkomst in de vervoersonkosten en worden verdere afspraken met u geregeld. 

Uw huisarts ontvangt bericht over de start van uw behandeling en nadien een verslag over het verloop ervan.